Afronden van cashbetalingen: de regels

Gepubliceerd op 23 december 2019 om 15:45

Tijd om af te ronden

Vanaf 1 december 2019 ronden we cashbetalingen af op 5 cent. De munten van 1 en 2 cent blijven wel nog geldig als betaalmiddel.

Wie moet afronden?

De verplichting om af te ronden, geldt voor alle cashbetalingen en voor alle ondernemingen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven.

Niet enkel ondernemingen in de gebruikelijke zin van het woord zijn dus verplicht om cashbetalingen af te ronden, maar ook vrije beroepen en alle personen, overheden … die op regelmatige basis economische interacties hebben met consumenten, zoals een zwembad, bibliotheek of cultureel centrum.

Ook verenigingen die regelmatig economische activiteiten beoefenen (bijvoorbeeld de verkoop van producten aan consumenten) worden beschouwd als onderneming, of ze nu al dan niet een winstoogmerk hebben.

Hoe gaat het afronden in zijn werk?

Het totaalbedrag van alle aankopen die de klant cash betaalt moet afgerond worden. Het is dus zeker niet de bedoeling om de prijs van elk afzonderlijk artikel af te ronden!

Ondernemingen moeten cashbetalingen door de consument afronden als:

  • de betaling gebeurt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming en
  • het te betalen bedrag groter is dan 5 cent.

Afronden is niet toegelaten in geval van verkoop op afstand (bijvoorbeeld via internet) en tussen particulieren of ondernemingen.

Ondernemingen kunnen ook beslissen om de afronding toe te passen op andere betalingswijzen, maar moeten dan dezelfde voorwaarden respecteren. In dat geval gelden de regels van het afronden voor al hun klanten en betalingswijzen.

Een onderneming die de afronding toepast, moet volgende regels volgen:

  • rondt de onderneming enkel betalingen in cash af, dan wordt die afronding enkel op het gedeelte betaald in cash toegepast (ook als de betaling gedeeltelijk in cash en gedeeltelijk met een andere betalingswijze gebeurt);
  • als de onderneming beslist om de afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen dan de betaling in cash, wordt de afronding gemaakt op het totaalbedrag (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt). In dat geval afficheert de onderneming duidelijk zichtbaar de volgende wettekst:Het totaalbedrag wordt altijd afgerond (PDF, 524.6 KB)”;
  • het kassaticket of bewijsdocument geeft duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag weer, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag.

De regels van de afronding

Het totaalbedrag wordt afgerond naar het dichtste veelvoud van 5 cent, ofwel het lagere ofwel het hogere.

  • Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 1 of 2 cent, wordt afgerond naar het lagere x,x0.
  • Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 3, 4, 6 of 7 cent, wordt afgerond naar x,x5.
  • Het te betalen totaalbedrag dat eindigt op 8 of 9 cent, wordt afgerond naar het hogere x,(x+1)0.

Wat met de muntstukken van 1 en 2 cent?

Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet.

Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.

Ondernemingen mogen de muntjes van 1 en 2 cent niet weigeren als betaalmiddel voor zover ze in een redelijke hoeveelheid gebruikt worden (maximaal 50 muntstukken per betaling).

Net zo goed mag een consument de muntjes van 1 en 2 cent niet weigeren als wisselgeld.

Regels voor ondernemingen

Vanaf 1 december 2019 bent u verplicht om voor alle verkopen waarbij uw klant fysiek in uw zaak aanwezig is (dus niet voor onlineverkoop) het totaalbedrag (niet per product) dat uw klant cash betaalt, af te ronden. Voor andere betaalmiddelen bent u vrij om de afronding al dan niet toe te passen.

Als u de afronding alleen op cashbetalingen toepast:

  1. Vraag uw klant vóór elke betaling welk bedrag hij wil betalen met betaalmiddelen waarvan het bedrag vastligt (bv. maaltijdcheques, ecocheques, geschenkbonnen, enz.)
  2. Eens dat bedrag vastligt, past u de afronding toe op het overblijvende bedrag dat in cash betaald wordt;
  3. Vermeld op het kasticket of op het bewijsstuk van uw klant het totale niet-afgeronde bedrag en het afgeronde bedrag;
  4. Het eventueel terug te betalen bedrag is altijd afgerond.

Als u beslist om de afronding ook toe te passen op niet-cashbetalingen:

  1. Hang de tekst “Het totaalbedrag wordt altijd afgerond (PDF, 524.6 KB)” op in uw zaak. Doe dat op een voor de klant goed zichtbare plaats en in de nabijheid van uw kassa's.
  2. Vermeld op het kasticket of op het bewijsstuk van de klant het niet-afgeronde en het afgeronde totaalbedrag van zijn aankopen. Uw kassasysteem moet hiervoor misschien aangepast worden.

Hoewel het geen verplichting is, adviseren wij u om uw klant te informeren over de inwerkingtreding van de afronding van cashbetalingen. Dat kan mondeling, op het moment dat de klant afrekent aan de kassa. Of u kunt een van de illustraties gebruiken, maar dat is geen verplichting.

 

Meer informatie vindt u terug op de pagina met veelgestelde vragen door ondernemingen van de FOD Economie

 

Bron: FOD Economie

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.